Zo maak je van invallen een succes

Hoe houd je invalwerk leuk? Vijf tips om van invallen een succes te maken:

  1. Neem je eigen houding onder de loep
  2. Maak van je tas een mobiel kantoor
  3. Investeer in de start
  4. Moeilijke klas? Stel je grenzen
  5. Regel zelf enige vorm van stabiliteit

Het is alweer het vijfde jaar na haar afstuderen aan de pabo en nog steeds werkt Sharona van Zoghel als invaller. “Ik had verwacht maximaal twee jaar als invaller te werken. Maar dat valt tegen. Vooral in Brabant, waar ik woon, zijn weinig vacatures. Invallen is leuk, maar ik ben nu wel toe aan een eigen klas.”

Slechts nog heel af en toe, maar bewust nog wel, valt Hetty Hospes-Van Rijn in. Enkele jaren geleden verloor ze haar baan en was ze twee jaar afhankelijk van invalklussen. Ze merkte dat haar eigen houding bepalend was voor het plezier dat ze had, en ontwikkelde op basis van die ervaring de workshop ‘Zo is invallen nog steeds leuk’, waarmee ze invalcollega’s een steuntje in de rug biedt. “Overkomt het invalwerk je of heb je sturing in de situatie, dat is de vraag”, vertelt ze. “Wie ervaart dat het laatste het geval is, houdt het het langst vol.”

1. Neem je eigen houding onder de loep

Of een invalklus een succes wordt, valt of staat bij je grondhouding: hoe sta je in het leven en waarom ben je leerkracht? “Het maakt een groot verschil of je ietwat humeurig aan de dag begint of dat je uitstraalt dat je er zin in hebt”, vindt Hospes-Van Rijn. “Natuurlijk komen er moeilijke momenten. Maar je helpt jezelf en de klas pas als je denkt: Ok, dit is vervelend, maar we gaan het oplossen.”

Je grondhouding als leerkracht bestaat volgens Hospes-Van Rijn uit de antwoorden op vier vragen. Waarom ben je leerkracht geworden, wat vind je moeilijk aan het werken met kinderen, ben je bereid zelf te leren en in hoeverre heb je plezier in het werken met kinderen. “Als je jouw antwoorden goed genoeg vindt om kinderen op een verantwoorde manier te begeleiden en goed met ze te communiceren, zit het wel goed.”

2. Maak van je tas een mobiel kantoor

Als je ’s ochtends wordt gebeld om in te vallen is het fijn om startklaar te zijn. Een goed ingerichte werktas is daarbij van essentieel belang. Hospes-Van Rijn: “Als je je tas zo hebt ingericht dat je hem blind kunt pakken bij vertrek, dan scheelt je dat veel energie die je kunt gebruiken voor je klas.” Haar tas is ingericht als mobiel kantoor. “Zorg ervoor dat je ook de map erin hebt met de administratie die je moet bijhouden, zoals een overzicht met de gemaakte uren en kilometers.”

En zorg voor voldoende vakdidactische materialen, voor lessen, werkbladen en ander materiaal voor onder- en bovenbouw. En dat kan vaak heel simpel. Van Zoghel:”Ik heb bijvoorbeeld altijd wasknijpers in mijn tas, zodat ik bij de kleuters de activiteit rekenegel kan doen: tel het aantal wasknijpers op de rug van de egel.”

3. Investeer in de start

Een goed begin is in veel gevallen het halve werk. Blijkt dat je voor schooltijd pleindienst hebt, vraag of een collega dat van je kan overnemen, zodat je bij de deur kunt staan als de kinderen het lokaal binnenkomen. Door ieder kind te begroeten, geef je ze het gevoel dat je ze ziet staan. “Neem als iedereen eenmaal zit tijd voor de kennismaking”, tipt Van Zoghel. “Vraag kinderen naar hun naam, leeftijd en laat ze iets persoonlijks vertellen, zoals hun lievelingskleur of hun hobby. Als je de ochtend positief start, win je veel voor de rest van de dag.”

4. Moeilijke klas? Stel je grenzen

Een moeilijke klas kan je echt van je stuk brengen, weet Hospes-Van Rijn uit ervaring. Het liefst zou je meteen even ergens anders zijn, maar dat kan niet. Belangrijk is dat je je eigen grenzen stelt en je humeur houdt. Niet het programma is leidend. Belangrijker is dat je de leerlingen door de dag loodst. En neem de hulprol op je. “Stel je op met de houding: ik ben hier om te helpen, als iemand zich misdraagt, help ik deze leerling zodat het niet meer gebeurt.”

Ook de stoorzenders hebben je hulp nodig om hun gedrag bij te stellen. “Met een overactief kind sprak ik af dat ik hem steeds een knipoog zou geven als hij erdoorheen praatte. Hij werd zich bewust van zijn gedrag, en uiteindelijk hield het op.” Last but not least: vraag hulp van collega’s als kinderen van slag raken door de aanwezigheid van een invaller. Hospes-Van Rijn: “Je bent leerkracht, je komt om les te geven. Vraag hulp als je dat moeilijk wordt gemaakt door storend gedrag.”

5. Regel zelf enige vorm van stabiliteit

Invallen is een onzeker bestaan. Wil je er plezier in blijven houden, regel dan enige vorm van stabiliteit door ervoor te zorgen dat je je op in ieder geval één school thuis voelt. “Het nare gevoel van het ontbreken van een arbeidsperspectief is niet te onderschatten”, zegt Hospes-Van Rijn. “Het gevoel van verbinding met een team en kinderen van een school helpt je het vol te houden. Zoek die verbinding met in ieder geval één school, één team. Op die manier heb je wel degelijk collega’s en hoor je ergens bij. Kies bijvoorbeeld de school waar je het vaakst moet invallen en waarvan je het team en de cultuur beter kent. Vraag of je daar mee mag doen aan bijvoorbeeld de kerstborrel en scholing.”

Valkuilen, trap er niet in!

Drie valkuilen volgens invallers:
  • Er op aan sturen dat je een leuke dag wilt hebben, aardig willen blijven. Door in te grijpen verpest je echt de sfeer niet. Pas als je goed je grenzen aangeeft, wordt het leuk.
  • Altijd maar ja zeggen als je gebeld wordt door een school. Alleen als je ook nee kunt zeggen, blijf je fit en hou je het vol.
  • Blijven hangen in het gevoel dat je er niet bij hoort. Ontvangt niemand je bij aankomst? Alleen als je zelf op iemand afstapt, help je jezelf in die onprettige situatie.
Juf Hetty Hospes-Van Rijn heeft voor invallers het blog Invaltips.wordpress.com. Ook via het twitteraccount @invaltips geeft ze tips. Bovendien schreef ze het Handboek invallers basisonderwijs. Juf Sharona van Zoghel deelt lesideeën en tips op Jufsharona.bekijknu.nl.

Bron: Onderwijsblad nr 19 6-12-2014
Geplaatst in Verhalen.